De Hondeneters
Korte inhoud
De 17-jarige Victor Vervoort groeit op als notariszoon in Mechelen, in een gezin dat hem overbeschermt omdat hij aan epilepsie lijdt. Zijn betuttelende ouders censureren zelfs de aangrijpende brieven die zijn broer Nest vanaf het front stuurt. Tijdens de laatste winterdagen van 1917, toen de Grote Oorlog nog uitzichtloos leek en het hele land niet alleen kou, maar ook honger had, loopt Victor van huis weg om zijn trouwe viervoeter "Django" te zoeken. Uit zijn vaders bureau steelt hij een mes, geld en een pak brieven van zijn broer. Zijn tocht brengt hem vanuit het besloten herenhuis van zijn ouders onder de Mechelse Sint-Romboutstoren tot in Boom, bij een hondenslachterij. Victor komt in een voor hem totaal onbekende, volkse wereld terecht. Hij leert echte mensen kennen en gaandeweg ontdekt hij de harde waarheid achter de verontrustende brieven van zijn broer. Door de zoektocht naar zijn Mechelse herder leert Victor het echte leven in oorlogstijd kennen. Hij vertrekt als een onwetende jongen, maar keert als een bewuste jongeman terug, die weet wat hij wil en ook antwoorden wil op de zaken die voor hem verzwegen werden.
Situering
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Boom. Hoewel Boom niet in de frontlinie lag, waren de gevolgen van de oorlog duidelijk voelbaar. De zoektocht van het hoofdpersonnage Victor naar zijn Mechelse herdershond bracht hem van Mechelen naar Boom. Hij volgde de loop van de rivieren in de buurt. De Rupelstreek werd in het boek weergegeven als een boeiende maar wat grauwe biotoop. De hondeneters is in dat opzicht een anti-oorlogsverhaal pur sang dat de rauwe werkelijkheid niet schuwt en zich integraal afspeelt in het barre gebied tussen Dijle en Rupel. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk buiten de muren af. In contrast met de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog staat het leven van Victor in het ouderlijke huis. Zijn steenrijke ouders hebben hem zijn hele leven van de buitenwereld afgeschermd gezien hij epileptisch is. Tijdens Victor zijn zoektocht naar zijn hond sterft als het ware zijn oude kinderleven.
Thematiek
Via tal van nevenpersonages en gebeurtenissen schetst de auteur een treffend beeld van de gruwelijke realiteit van de oorlog, van honger en onrecht. Daartegenover staat ook solidariteit en menselijke warmte, waarvan Victor door zijn epilepsie sterk afhankelijk is. Doorheen het verhaal komt Victor ook te weten wat er met zijn broer Nest als frontsoldaat is gebeurd. Daardoor observeert hij niet alleen wat de oorlog met mensen rondom hem doet maar kruipt het verdriet en gemis ook in zijn eigen lijf.
Het verhaal speelt zich af op zeven dagen, met een indringende beginpassage bij de hondenslachter Prosper. De aangrijpende gebeurtenissen en de sterke emotionele ondertoon sleuren de lezer van in het begin van het verhaal mee. De realistische beschrijvingen zijn verteld met grote precisie en gedrevenheid. Het Vlaams gekleurde taalgebruik in de dialogen en de volkse namen geven authenticiteit aan de personages. Je merkt verwijzingen naar volksmuziek, bijgeloof en de fantastische verhalen van Jules Verne. Het gevecht van Victor met zijn eigen lichaam en het in het reine komen met zijn familie vormt een complex groeiproces. Het boek schetst daarnaast een indringend beeld van de overlevingsstrijd van de kleine man tijdens De Grote Oorlog.
Eigen mening
De hondeneters is een "boordevol" boek. De gruwel, het verdriet, de uitgeputte mensen die bij bosjes sterven, de slachtoffers van de melkvervalsers,… het wordt allemaal onverbloemd beschreven, net zoals er zonder omwegen wordt geschreven over lust en drift. Op die manier is het boek een overtuigend pleidooi tegen absurde oorlogen.
Aanvankelijk kreeg het boek niet ten volle mijn aandacht. Het verhaal komt nogal traag op gang en het is pas wanneer Victor in het leven geroepen wordt dat het boek mij echt in de ban kreeg. Persoonlijk vind ik het vertellen vanuit het perspectief van een epilepticus origineel en gewaagd van de auteur. Ik denk dat de schrijfster op deze manier een link heeft proberen leggen tussen Victor en de mannen die vallen aan het front. Opvallend is dat de auteur haar haar verhaal doet in een volkse taal. Ik vind het een beetje jammer dat dat niet altijd even consequent wordt volgehouden. Ik heb het alvast ervaren alsof er hier en daar valse noten in het verhaal zaten, maar misschien ervaren jonge lezers dit anders. Daarnaast gebruikt zij ook veel de u-vorm, hetgeen een zekere afstandelijkheid creëert.
Om een boek als "De hondeneters" te schrijven, kan het niet anders dat de schrijfster zich grondig gedocumenteerd heeft. Ze heeft in haar boek allerlei weetjes, volks –en protestliederen binnengesmokkeld waar sommigen onder ons nog nooit van gehoord hebben. Het nadeel vind ik dat het soms iets te artificieel overkomt. Op een gegeven moment verbindt de schrijfster het lot van Victor zijn broer (Nest) op een wat geforceerde manier met de mythe over de gebroeders Van Raemdonck, die in elkaars armen zouden zijn gesneuveld. Persoonlijk vond ik de mythe overbodig en te gemaakt overkomen in het verhaal. Uit opzoekingen blijkt dat de schrijfster antropologe is en misschien moet ze dat doorheen haar boek iets minder zijn.
Als besluit durf ik te stellen dat het boek "De hondeneters" best een grimmig boek is. Het is een bijzonder sterk verhaal dat mij zeker niet onberoerd heeft gelaten. Ik kan mij alleen niet van de indruk ontdoen dat als de personages iets meer van "vlees en bloed" waren geweest, het boek pas echt een meesterwerk was geweest. De verhaalstof had naar mijn mening meer authentieke bezieling verdiend. Persoonlijk vind ik dat de schrijfster hier een kans gemist heeft.