Ik ben de jongste telg van drie ten huize ‘Meysman’. Het ‘kakkenestje’ zoals ze in onze regio zeggen. Thuis werd er niet echt veel gelezen, mijn vader las de kranten in vertraging - afdankertjes die hij meekreeg van bij mijn grootouders - en mijn moeder las wekelijks ‘Het Rijk der Vrouw’. Mijn vroegste leesherinnering gaat terug naar mijn kleutertijd, toen ik door mijn zes jaar oudere zus af en toe werd  getrakteerd op een verhaaltje voor het slapengaan. 

Als ik geluk had, las ze dan voor uit het boek met de ronkende titel ‘Katrien’, een verhaal over een pop.

Wanneer mijn zus niet veel zin had om voor te lezen, brak ze het verhaal abrupt af met de slotzin: “en toen kwam er een varken met een lange snuit, en het verhaaltje is uit!” Ontgoocheld bleef ik dan op mijn honger zitten, smachtend naar een verhaal over varkens. Haast dagelijks werd er bij ons thuis hetzelfde rijmpje opgezegd, weliswaar op mijn vraag. Terwijl mijn vader met zijn grote hand op mijn kleine kinderhandje sloeg zong hij in zijn Opwijkse dialect: ‘plak, 'k ging naar de met, ik kocht een koei, 't was geen goei, ik kocht een paard, 't had gene staart, ik kocht nen hens, van kierelierepens. Ik heb mij als kind nooit afgevraagd wat in godsnaam ‘nen hens’ betekende, maar het was me te doen om de ‘kierelierepens’, waarbij er steevast gekieteld werd in mijn handpalm. Nu ik zelf kinderen heb, zeg ik af en toe met hen hetzelfde rijmpje op, en ook zij vinden het geweldig en stellen zich -gelukkig- geen vragen over de betekenis van, 'nen hens'.

Onder het goedkeurend oog van mijn broer zat ik reeds op jonge leeftijd met mijn neus in de literatuur. Deze momenten waren eerder schaars, maar ik heb er -hoera- toch een foto van! Ik was toen een uk van drie en mijn broer was elf jaar. Het is duidelijk dat mode terugkeert, want nu, een goeie dertig jaar later is dit soort hemden weer helemaal in!  

De televisie stond bij ons elke avond aan. Als kleine uk was ik fan van de reclameboodschappen op de Nederlandse televisie, vooral als ‘Loekie’ verscheen en ‘asjemenouw’ zei: hilariteit alom! Vanaf mijn 3e kleuterklas keek ik regelmatig naar BRT. My old time favorites waren:  het super liegebeest en vrouwtje theelepel. Ik was er bijzonder door gefascineerd omdat dit vrouwtje dikker en dunner werd op de meest onverwachte momenten. 

 

Vanaf de lagere school was ik grote fan van Merlina en Jacobus en Corneel. Merlina heb ik heel lang gevolgd, het was -in tegenstelling tot Jacobus en Corneel- ook gedurende vele jaren te zien op televisie. Grappig is dat bepaalde acteurs van toen ook nu nog meedraaien op televisie. Zo speelde Pol (akkerdjië akkerdjië) uit Merlina onlangs mee in de soapserie 'Thuis' op één. Ook Jappe Claes, de vertolker van Jacobus uit  'Jacobus en Corneel' destijds, speelt momenteel een rol in de bioscoopfilm 'Het vonnis'. Ik vond het al vreemd dat ik de procureur-generaal uit 'Het vonnis' van ergens kende...

 

 In het weekend mocht ik langer opblijven, en keek ik met het gezin mee naar de grote avondshows op de Nederlandse televisie met Willem Ruys, Henny Huisman en Ron Brandsteder. Ik kon daar enorm van genieten, ook al begreep ik er niet alles van. Wanneer ik wat ouder was, was mijn favoriete show ‘Wedden dat’ met Jos Brink. Zappers bestonden in die tijd nog niet. We hebben jarenlang een televisie gehad die door bediening van enkele knoppen van zender veranderde, en omdat ik de jongste was viel mij meestal de eer te beurt om ‘te zappen’. Ik had immers de 'jongste beentjes'. Gelukkig was het zenderaanbod in die tijd veel beperkter dan nu, en was het ofwel BRT ofwel Nederland één of twee. Het toeval wil dat ik later bij mijn hogeschoolstudies mijn thesis gewijd heb aan de evolutie van de narrowcasting: het feit dat er steeds meer nichezenders worden gecreëerd voor steeds kleinere doelgroepen. Al een geluk dat het fenomeen 'narrowcasting' nog niet bestond toen ik kind was, of ik mijn 'jonge beentjes' waren al versleten geweest.

Hoewel ik volgens mijn geboortejaar strikt genomen een jaren 70 product ben, heb ik heel mooie herinneringen aan de muziek van de jaren 80. Ik kan me nog levendig herinneren dat ik liedjes op cassette opnam van de radio, en zeer teleurgesteld was wanneer de presentator het liedje niet liet uitspelen of -erger nog- halverwege het nummer begon te praten. Miserie! Urenlang kon ik me bezighouden met het compileren van top hits lijsten. Bijzondere herinneringen heb ik aan het liedje van Black getiteld 'wonderful life'. Het is in se een triest nummer, hoewel de titel 'wonderful life' anders laat vermoeden. Als kind werd ik er steevast weemoedig van, ook al begreep ik geen jota van de tekst. Ook nu wordt ik steevast melancholisch als ik het nummer hoor. Een andere muzikale mijlpaal uit mijn kindertijd was ongetwijfeld de videoclip van het liedje 'take on me' van A-ha. Op een oudejaarsavond -ik weet het nog goed- zag ik de clip voor het eerst op televisie bij mijn grootouders. Terwijl iedereen aan het aperitieven was mocht ik naar MTV kijken. Toen de clip van A-ha begon waarbij een dame in een striptekening kruipt, werd ik als het ware naar de tv gezogen. Ge-fa-sci-neerd was ik. Overdonderd. Had ik toen de mogelijkheid gehad om de clip terug te spoelen, ik had het geloof ik wel 100 keer gedaan. Het nummer was in 1986 dé revelatie lees ik nu, en werd bekroond met 6 awards. Gek eigenlijk hoe deze A-ha 'erlebnis' me na 30 jaar zo is bijgebleven...

(Beide fragmenten zijn te bekijken onderaan deze blog)

 

 Wanneer ik de schriftjes uit mijn eerste leerjaar (anno 1985) bekijk, valt me onmiddellijk de stevige katholieke inslag op. Als zesjarige beschreef ik een doordeweekse dag als volgt: voor 12 uur: melk drinken, rekenen en lezen. Na 12 uur: werken, spelen en bidden. Toen ik het terugzag, kon ik een smalende glimlach niet onderdrukken: mijn dag ziet er nu wel enigszins anders uit. In de lagere school kreeg ik grotendeels les van kloosterzusters, en van leesstimulatie hadden zij amper gehoord. Er was slechts een beperkt leeshoekje, waar ik wel eens – geheel vrijwillig - enkele boeken heb gelezen. Kruistocht in spijkerbroek (Thea Beckman) en Het huis in de Jungle (Gerda Van Cleemput) zijn me bijgebleven als goede boeken. Maar daar bleef het dan ook bij. Ik heb nu pas opgemerkt dat het boekje 'Katrien' ook werd geschreven door Gerda Van Cleemput. Een bijzonder toeval…

Naar de bibliotheek gaan deed ik zelden tijdens mijn lagere schooltijd. De bibliotheek van Opwijk was gelegen in het gehucht Nijverseel, op zo’n vijf kilometer afstand van de ouderlijke woning. Het was een oud, muf gebouw dat geen enkele attractieve waarde had voor kinderen. Ook het feit dat ik het traject met de fiets moest afleggen –mijn moeder kon niet autorijden en mijn vader was ’s avonds veel weg- was niet echt een stimulans. Uit mijn lagere schooltijd dien ik wel de trieste conclusie te trekken dat ik absoluut werd onttrokken aan de wereld van het genietend lezen. Vroeger was het dus niet altijd beter. 

De eerste film die ik samen met mijn ouders heb gezien, was  Hector. Ik zat toen in het derde leerjaar (1987) en het was een waar evenement.  Ik mocht een nieuwe blauwe broek aandoen –dat weet ik nog- en was onder de indruk van de grootte van het scherm. Het was nochtans een kleine  filmzaal in Dendermonde. Toen ik later naar de nieuwe Kinépolis op de Heizel mocht, was Dendermonde in vergelijking klein bier! Het filmzaaltje in Dendermonde bestaat nog steeds. Twee zalen en een toog, meer moet dat niet zijn om de lievelingsfilmzaal van Katrien te zijn! Een videospeler hebben wij thuis nooit gehad, dus de meeste kinder- en disneyfilms zijn aan mijn neus voorbijgegaan. Ook nu ben ik niet echt te vinden voor disneyfims. Soms kijk ik eens mee met de kinderen naar een dvd, maar ik heb het eerlijk gezegd gauw gehad.

 In mijn lagere schoolperiode was ik lid van een jeugdbeweging. In de zomermaanden gingen we op kamp, in de wintermaanden oefenden we voor de jaarlijkse musical. De musical dat was een toneel, afgewisseld met dansen, uitgevoerd door verschillende leeftijdsgroepen. Meestal mocht ik meedoen met het toneel, en ik vond dat best leuk. Om die reden had ik me op twaalfjarige leeftijd ingeschreven voor een theaterklas, in organisatie van de gemeente, waar de eindbeproeving het opvoeren van een musical was. Ik weet nog dat ik toen Ko de computer moest spelen, en behoorlijk wat ‘geleerde’ computertaal uit het hoofd moest leren. Drie volle zalen later  is de toneelcarrière abrupt gestopt. Nieuwe secundaire school, nieuwe vrienden en dus nieuwe hobby’s...

Als tiener ging ik bijna elke zondag mee met mijn ouders naar de misviering. Ik moet bekennen dat ik tot mijn 13 jaar een vrij regelmatige kerkganger was, al was het wel om de verkeerde reden. Nadien gingen we immers naar de “stripotheek” van het nabijgelegen jeugdhuis Nijdrop. Ik deed niets liever dan rond te neuzen in de kelder van het jeugdhuis die helemaal was volgestouwd met strips...heerlijk! Eerst Jommeke, dan Tina, Thorgal en Kiekeboe…Ik was toen dertien jaar, de gloriejaren van Soulsiter en The Radios én Hugo Mathijssen en de bomen. Mijn vriendenboekje van weleer is hier getuige van. Toen het jeugdhuis werd platgelegd verdween ook de stripotheek, jammer genoeg. Nu rest er me enkel nog een vleugje nostalgie: op die plaats staan nu grote onpersoonlijke woonblokken.

Mijn secundaire schooltijd versleet ik in Merchtem, een dorp verderop. Deze school was dichterbij, gezien ik aan de buitenrand van Opwijk woonde, en beter met de fiets bereikbaar. Een groot pluspunt in mijn adolescentie was dat de bibliotheek zich recht tegenover mijn secundaire school bevond. In de bibliotheek heb ik veel rondgehangen: niet altijd om boeken uit te lenen, maar ook cd’s en de eerste cd-roms. De bibliotheek was in die tijd dé plaats van afspraak met mijn eerste lief. Niet echt slechte herinneringen dus.

Een fervent lezer ben ik eigenlijk nooit geweest, ik las boeken om me doorheen de verplichte boekbesprekingen te wurmen. In mijn adolescentiejaren was ik meer bezig met muziek. Uitgeleende cd's overnemen op cassettes of op andere cd's om in mijn walkman te kunnen beluisteren tijdens het lopen. Ik was best wel sportief als adolescent. Wanneer er iets te organiseren viel, was ik ook steeds van de partij. Zo presenteerde ik in het tweede jaar samen met twee klasgenoten de show op de  opendeurdag van de school. Ook de show van de laatste honderd dagen heb ik in elkaar gestoken, samen met twee anderen. In 1996 waren de figuren Roza en Modest populair op de Vlaamse nationale televisie, dus kroop ik in de huid van Rosa. Als Rosa kon ik het me veroorloven om fratsen uit te halen met de leerkrachten. Zo dwong ik iedereen om op de weegschaal te gaan staan zoniet mochten ze de school niet binnen. Het resultaat werd vervolgens vastgelegd op camera. Hilarische beelden en veel compromissen, vooral dan bij de vrouwelijke leerkrachten die plots zeer onzeker werden. Ik kan me nog herinneren dat we ook het programma 'op de koop toe' imiteerden. Als Emiel Goelen en Rita bespraken we voor-en nadelen van leerkrachten, toch wel gedrufd, maar ach, het was dan ook ons laatste jaar....Aan mijn secundaire schooltijd heb ik in elk geval veel plezier beleefd.  

Nadat ik in de secundaire school was afgestudeerd aan de richting Latijn-Moderne talen, wist ik absoluut niet in welke richting ik zou gaan verder studeren. Na een universitaire omzwerving, ben ik begonnen aan een graduaat communicatie. In de hogeschool lag de nadruk op het schrijven voor de pers, dus veeleer korte artikels en recensies over allerhande onderwerpen. Ik heb stage gelopen bij VTM en bij Het Laatste Nieuws. Ik heb nadien even gewerkt bij de VUM (Vlaamse Uitgeversmaatschappij) maar toch was dat niet mijn ding. Vervolgens heb ik me op een blauwe maandag inschreven aan de politieschool.  Een jaar later kon ik mezelf ‘inspecteur’ noemen.

In mijn huidige job doe ik  onder andere de coördinatie van de dienst slachtofferbejegening. De lectuur die ik de laatste jaren heb gelezen, is dan ook voornamelijk gerelateerd aan deze specifieke branche. Boeken geschreven door Christian De Coninck (commissaris bij de Brusselse politie), het boek geschreven door Sabine Dardenne, boeken over onderwerpen zoals omgaan met rouw en verdriet, slechtnieuwsmeldingen... Ik hou in die zin wel van empathische onderwerpen, en ook zware onderwerpen schuw ik niet: onderwerpen waar mensen vaak niet graag willen of kunnen over praten. Het klinkt misschien raar, maar ook in de keuze van jeugdliteratuur ga ik eerder in die richting, de probleemgevallen zeg maar.

Omdat ik nogal wat omzwervingen heb gekend, vind ik het niet evident om mezelf te situeren qua literair competentieniveau. Enerzijds heb ik wel belangstelling voor literatuur en verteltechniek, en vind ik het best wel leuk om motieven en verbanden te zoeken (beroepsmisvorming?), wat overeenstemt met niveau vier. Ik kan me in de meeste omschrijvingen van niveau vier wel vinden, maar ik moet toegeven dat ik aan een eerder complex dik boek niet gauw zal beginnen. Ook omdat ik weet dat ik het – wegens mijn huidige familiale situatie -  waarschijnlijk in vijfentwintig stukken zou lezen, waardoor ik het begin al snel zou vergeten zijn. Ik kan me op sommige punten ook wel terugvinden in niveau drie: de verwijzing naar sociale en psychologische vraagstukken, de nieuwsgierigheid naar de wereld en het leven van anderen,...het triggert me wel. Ik kan mezelf moeilijk in een vakje stoppen qua competentieprofiel. Laat ik het houden bij een gezonde mix van niveau drie én vier.

Gedurende tien jaar was mijn functie bij de politie een job die me op het lijf was geschreven: veel menselijk contact, afwisseling en spanning. Wanneer de kinderen waren geboren, bleek de combinatie van wisselende shiften, weekends werken en vele overuren niet ideaal. Zeker niet omdat mijn partner ook bij de politie actief is, en allesbehalve een voorspelbare uurrooster heeft. In 2009 drong de noodzaak zich op om een stap terug te zetten en me toe te leggen op een administratieve job bij de politie waardoor ik op meer regelmatige uren kon werken. Om niet helemaal vast te roesten, ben ik in tussentijd nog vijf jaar Spaanse les in avondschool gaan volgen. Deze cursus en de jaren als persverantwoordelijke deden me wel beseffen dat ik een kans had laten liggen. Ik wilde iets doen met taal, en dan vooral met Nederlands. Ik kon mijn ei niet langer kwijt en dat was een drieste conclusie. Op mijn vijfendertigste heb ik dan ook –tegen alle verwachtingen in- een beslissing genomen waar ik heel erg achter sta. Het was iets wat al langer sluimerde: ik wilde leerkracht Nederlands worden. Ik heb er lang over moeten doen, maar toch weet ik dat dit de juiste beslissing is en waar ik ongetwijfeld veel voldoening uit zal putten. De boeken die ik nu lees zijn - mede dankzij het portfolio -, echt wel verrijkend.